maandag 15 juli 2013

Etappekoers

Zo, de tentamens zitten erop. Nu is het even gedaan met die verplichtingen en heb ik behoudens de nodige uurtjes werken alle tijd om me te richten op allerlei andere activiteiten. Of niet. Het is wel lekker om even niks te moeten.

Met het NK in het vooruitzicht (jullie zullen er nu wel gek van worden, weer over dat stomme NK), wilde ik nog een paar weken goed trainen. Voor de topvorm moest ik nog even flink diep gaan en dus had ik voor mezelf een wedstrijd driedaagse gepland.

De eerste etappe ging van start in Honselersdijk. Voor maximaal trainingseffect op de fiets erheen. Je kan dat kwartiertje maar beter alvast in de benen hebben. In ieder geval was ik goed warmgedraaid. Zo kon ik dus vroeg in de koers de eerste zinloze demarrage laten noteren. Een ronde later weer geprobeerd en toen kreeg ik wat meer ruimte en klonk ook de bel voor een 3-rondenklassement. Ik wist wat me te doen stond en trok nog even vol door. Na de eerste doorkomst vond een renner aansluiting en moest ik alle zeilen bijzetten om bij te blijven. We bleven voor het peloton uitrijden, maar mijn vluchtmakker was duidelijk de sterkere en mocht het klassement winnen. Vlak daarna sloot ploegmaat M. aan. Hij kon begrijpelijkerwijs niet direct overnemen en dus kon ik nog niet uitrusten. Dit brak me op en op het stuk tegenwind kon ik niet meer aanpikken. Aangekomen in het peloton zag ik hoe een tweetal, waaronder ploegmaat P., de sprong maakten naar de kopgroep. Niet voor het eerst dat ik aanstichter ben van een kopgroep, maar vervolgens moet lossen. Pannekoekentactiek dus. Met 2 op 4 waren we in ieder geval verzekerd van een podiumplek en probeerde ik dus halfslachtig het tempo in het peloton te verstoren. Een onmogelijke opgave, want om de haverklap werd de premiebel in stelling gebracht en bleef het peloton gang houden. De kopgroep bleef dus in het zicht, maar uiteindelijk was er maar één persoon die de oversteek kon maken. Helaas betekende dit dat in de finale mijn ploegmaats 4 en 5 werden. Een goede klassering zat er voor mezelf niet meer in, daarvoor was de aankomst te rommelig.

Etappe twee deed me van tevoren twijfelen. Het voorspelde weer zag er niet best uit. In regen ben ik niet slecht, maar het is gewoon niet leuk. En wielrennen moet wel leuk blijven natuurlijk. Wel vol goede moed afgereisd naar het prachtige Prinsenbeek (met als voorstad Breda), want er stond een goed gevulde premiepot te wachten. Broodrenners als we zijn is dat natuurlijk wel leuk.
Ondersteund door de hit van Niels Geuzebroek - Year of Summer vertrokken we voor 80 km koers. Eerste regel: The clouds have gone away. Helaas niet bij ons en zo begon het halverwege de wedstrijd te spetteren. Tot daar kon ik nog niet echt potten breken. Wel premies binnenharken, zinloze demarrages plaatsen en een beetje jojo'en in het peloton. Ik ging vlotter door de bochten dan de meesten, maar toen de slag viel zat ik weer eens te ver van achter. What else is new. In de mongolenwaaier was het lekker meedraaien, maar ook niet meer dan dat. Alle premies waren gevlogen, de kopgroep zagen we niet meer terug. Verrassing toen we met 4 rondes nog op het bord plots de laatste ronde kregen. Net een paar rondes in de aanval gereden, dus in de eindsprint niks meer over.

Etappe drie was thuiskoers voor de sponsor in Capelle aan den IJssel. Praktisch voor hun kantoor langs, dijkje op. Ik stond bij de start mooi vooraan met mijn smoelwerk en een lading aan moraal. Op het pistoolschot direct weggeknald waardoor ik al bijna de eerste bocht miste. Dijkje op en het was gelijk alweer gedaan met me. Verzuring tot onder mijn oksels. Ik weet dat ik geen beste klimmer ben, maar zelfs dit dijkje was al teveel voor me. In het peloton rijden ging me beter af, al voelde ik wel het effect van een derde koersdag op rij. Elke keer werd er op de dijk wat geprobeerd en ik kon niet vaak genoeg mee. Zo reed er weer een groepje weg en kon ik me ook al niet in een achtervolgende groep fietsen. Ik was niet de enige die niet meer kon en met de restanten van het peloton werd vervolgens in toertempo de koers uitgereden. Het enige wat er nog aan ontbrak was de appeltaartstop.
Daarna wel weer op de fiets naar huis, want ook de kilometers moesten gemaakt worden. Uiteraard had ik graag een goede uitslag meegepikt, maar met de opgedane arbeid kon ik niet ontevreden zijn. Immers: what doesn't kill you, only makes you stronger.

donderdag 4 juli 2013

Next stop: NK

Filosoferen over het NK.
Mooie nieuwe, hagelwitte fietsschoenen, die perfect om je witte gesokte voeten sluiten. Op de bovenste rand van de sokken prijken dunne rood-wit-blauwe (rwb) lijntjes. Die lijntjes worden 50 centimeter daarboven gespiegeld op de pijpen van de koersbroek. Een scherp contrast met de strak gebruinde benen. De broek heeft het blauw-wit van de sponsor, aangevuld met fijne rode strepen. Aansluitend op de broek uiteraard het shirt met het blauw op de buik, wit op de borst en rood op de schouders. Een keurig biesje in het rwb op de mouwen en kraag. De standaard blauw-witte helm heeft een rood accent over het midden waardoor ook hier de nationale driekleur weer kan prijken.Op de fiets is het rwb weer terug te vinden in het driekleurige stuurlint. Er zijn kleine rode accenten die mooi aansluiten op het blauw en wit wat al op de fiets aanwezig is. Dat de chip voor de tijdmeting oranje is komt dan niet eens zo gek uit.

Voor dit alles moet natuurlijk eerst gewonnen worden. Na een 13e en 12e plek op het NK ligt een 11e positie meer in de lijn der verwachting. Misschien over 10 jaar...

maandag 27 mei 2013

Graadmeter

Als er voor mij een graadmeter is hoe een wielerseizoen verloopt, dan heb ik aan de Omloop Hoeksche Waard een goede. Deze heb ik sinds het begin van mijn 'wielercarrière' al mogen rijden en de opgestapelde ervaringen door de jaren heen laten een beetje zien welke ontwikkeling ik als wielrenner heb doorgemaakt.

De Omloop Hoeksche Waard is een rare koers. Veel smalle wegen, om de haverklap een bocht en altijd wind in de polder. Het staat dus garant voor een zware koers. Wie niet sterk is moet héél slim zijn, of wordt zonder pardon op het kantje gelost. Dit gaat zowel op voor de amateurs, waar ik hem voor de eerste keer reed, als voor de Elite/belofte in de clubcompetitie.

Die eerste keer liep de koers voor mij zeer gunstig tot de finale, waar een valpartij in de finale een einde aan mijn ambities maakte. Bij de amateurs kwam ik in ieder geval nog tot die finale. Het jaar erop mocht ik het bij de Elite proberen en dat bleek toch een stuk lastiger. Het was een gevalletje van alles 'net niet'. Het gebrek aan ervaring in dit soort koersen brak me lelijk op.

Dit jaar was er voldoende ambitie aanwezig en ook het team was zeer gemotiveerd. We staan hoog in het ploegenklassement en hebben een sterke, brede ploeg. Hiermee konden we dus wel wat forceren. Bij vertrek zat ik direct goed vooraan. Het eerste stuk wind mee verliep prima, maar na wat draaien en keren bij 's Gravendeel (mooi plaatsje, dat wel!) bevond ik me toch iets te ver van achter en zag ik het een paar posities voor me breken. Ploegmaten Tim en Erik Jan zaten wel in de eerst waaier en samen met Jan en Peter konden we direct een mooie tweede waaier opzetten.

Het blijft frappant hoe moeilijk je het kan hebben op het kantje terwijl je daarna makkelijk draaiend in de tweede waaier zo weer terug bent bij de kopgroep (heb ik ook moeten leren). Frappant is dan ook dat men eerst zoveel moeite doet om alles uit elkaar te trekken en zodra we weer aansluiten het tempo er volledig uit gaat. Zo werd onze voordelige positie van 5 man in de eerste grote groep langzaamaan teniet gedaan door het aansluiten van meer volk van achteruit. Na een kort staakt-het-vuren werd er weer wat gedemarreerd en zo rond kilometer 60 ontstond er een nieuwe kopgroep waar ik me ook ingefietst had.

Met 15 man, waaronder ploeggenoten Peter en Marco (teruggekomen na een valpartij en direct door gedemarreerd), werd al snel een gat geslagen. Een aantal vonden dat er teveel onnodige ballast aanwezig was en begonnen op 80 kilometer van de streep al met halve waaiers en meer van dat soort ongein. Ik liet me niet verrassen en was ook sterk genoeg om netjes voorin mee te draaien.

Aangekomen bij de verzorging was het wel even 'raak'. Met het oog op het aanpakken van tasjes wilde ik achterin de groep gaan zitten om zo wat ruimte te maken. Helaas wilde Peter voor me het eerste tasje niet waardoor ik deze ook niet kon pakken en miste hij de tweede die ik vol tegen me aankreeg. Precies op dat moment werd er ook op kop hard doorgetrokken en zo lagen we er met drie man tegelijk af. Voor enkele kilometers moesten we in de achtervolging waarbij het gat tussen de 50 en 100 meter bleef. Compleet leeg gereden wisten we toch weer aan te sluiten toen het tempo in de kopgroep stokte.

Het ging nog een paar keer op de kant en tegen de tijd dat we op de lokale omloop kwamen waren we nog met 9. Met Marco en mijn persoon in de kopgroep hadden we nog wel een voordelige positie en met een redelijke voorsprong op het achtervolgende groepje kon het pokeren beginnen. Er werd wel honderd keer gedemarreerd, iedereen was kapot gereden en zo leek vlak voor de laatste kilometer een man van NWVG een beslissend gat te gaan slaan. Ik dook erachteraan, maar was eigenlijk al te laat. Bij hem kon ik niet meer komen. Maatje Rik sloot aan, nam de kop over en vanuit zijn wiel ging ik de laatste 300 meter aan. Helaas kwam van achteruit nog een man van NWVG en zo werd ik naar plek drie verwezen.


Voorwaar niet slecht. Daarbij kwam nog de mooie bonus van de leiderstrui in de clubcompetitie. In het kader van de Omloop Hoeksche Waard graadmeter is de stijgende lijn duidelijk zichtbaar. Er is dus voldoende moraal voor de komende koersen.

zondag 26 mei 2013

Driemaal is...

Het is half mei, hartje lente en dus rijden we in de regen bij 13 graden over een verlaten parallelweg langs een spoorlijn. Een lang lint van zwartbruin gekleurde renners strekt zich voor me uit. Voorin rijden een paar ploegmaten. Het herkennen van de jongens wordt steeds lastiger. Als het niet is vanwege de steeds uniformer wordende kledingkleuren, dan wel vanwege de moddervlekken die zich op mijn bril verzamelen. Een veeg met de handschoen bied tijdelijk wat zicht, maar al snel leggen de zand en waterdruppels weer een waas over mijn blikveld.

Ik zit te ver van achter. Hier wordt de koers niet gewonnen, dat weet iedereen. Zo zullen de anderen ook gedacht hebben toen ze mij op het voorgaande viaduct aan beide kanten passeerden. Ik wilde wel meeschuiven, maar had mezelf opgesloten in de buik van het peloton. En risico's nemen in de U-bocht na het viaduct leek me ook niet verstandig. Het was immers nog ver naar de finish dus genoeg tijd om mezelf weer naar voren te rijden.

Het parcours ken ik goed en ook deze omstandigheden hebben we hier wel eens eerder gehad. Normaal is het langs het spoor altijd stressen wanneer het peloton weer in gang schiet maar nu laat de grote ventilator het afweten. De snelheid loopt naar de vijftig en ik kan makkelijk meekomen. Het geluid van de ratelende freewheels laat me weten dat het tempo niet te gek is. Ik besluit om mijn freewheel niet mee te laten doen aan deze onderbreking en schakel een tandje bij om nu dan toch naar voren te rijden. Het gaat zo makkelijk dat het me verbaast dat iedereen zo braaf op zijn plek blijft zitten. Binnen geen tijd heb ik al 40 posities gewonnen. Als bonus is nu ook mijn bril wat langer schoon gebleven.

De benen zijn overduidelijk goed en dankzij hard labeur van mijn ploegmaats weten we vlak voor de laatste ronde ook de kopgroep nog terug te halen. Ik knoop mezelf in de oren dat ik nu scherp moet zijn op alles wat beweegt om niet zoals vorig jaar de slag te missen. Het weer heeft iedereen toch parten gespeeld en echte aanvallen blijven uit. We stormen op de laatste bocht af en blijkbaar heb ik de lessen van twee jaar terug nog niet goed onthouden. Ik kies links van de weg en dus de buitenbocht. Hier wordt ik het kantje ingedrukt, moet in de remmen en ben direct kansloos voor de overwinning. Driemaal is blijkbaar geen scheepsrecht.... weer tweede.

vrijdag 17 mei 2013

Eindelijk!

Ja, eindelijk weer bericht.
Drukte! Een hele flauwe smoes eigenlijk. Want ik mag dan wel lekker bezig zijn met fietsen, studie, een beetje promotie voor de ploeg, wat werken en nog meer dingen waar je enigszins legitiem tijd kwijt aan kan zijn, toch moet ergens nog wel een gaatje te vinden zijn om deze blog eens te voorzien van wat vers literair bloed. Al klinkt dat laatste een beetje raar voor een blog die voornamelijk betrekking heeft tot wielrennen.

Gebrek aan inspiratie! Nog zo'n voorwendsel, want op fietsgebied heb ik de afgelopen tijd voldoende beleefd. Genoeg koersen gereden en ze gingen een pak beter dan de wedstrijd die ik in de vorige post nog kon beschrijven. Misschien dat diegenen die hier nog wel eens rondneuzen gedacht hebben dat ik de fiets aan de wilgen gehangen heb na het debacle van de Witte Kruis Classic. Gelukkig voor mij waren de wilgen net gesnoeid en dus moest ik nog maar even door blijven fietsen.

De moraal werd opnieuw hervonden. Niet in Woensdrecht, waar ik werd gelost en vervolgens met pech voortijdig af moest stappen. Ook niet op het clubparcours van RWC Ahoy, waar ik totaal verkrampt 80 kilometer in het peloton heb gezwommen. Wel in de Omloop van de Braakman, de eerste clubklassieker. De ploegleiding had meer vertrouwen in mij dan ikzelf. Gelukkig kon ik de knop wel omzetten. Ik ging zowaar goed over de kasseien en wist me uiteindelijk als 22e (7e Nederlander) over de streep te fietsen.
 Twee dagen later, volledig hersteld en vol goede moed de aanval gekozen in het criterium van Waddinxveen. Een halve koers met zijn tweeën vooruit, nog een kwart koers met 5, maar toch gelost worden. Vanzelfsprekend dus weer een beetje moraal erbij voor de Omloop van de Glazen Stad. In een thuiskoers wil je je toch laten zien. Geen wind, dus een laffe koers. Helaas ontsnappen er toch 15 man aan het peloton. Daarachter kan ik de sprint wel winnen door heel vroeg aan te gaan, maar een beetje zuur is het wel.


Weer een week verder. Inmiddels weet ik dat het met de conditie wel goed zit en dus wordt het geluk nu eens beproefd in Zelzate (België). Mijn eerste keer in Belgenland en dus kent niemand mij wanneer ik in een kopgroep van 16 terecht kom, al moet ik me inhouden mijn sprint niet direct prijs te geven. In de finale word er meerdere keren aangevallen en meestal zit ik erbij. Helaas niet in de beslissende ontsnapping en dus is mijn 'geheime' sprint voor plek 7.


In de Wim Hendriks Trofee, wederom een klassieker over kasseien, wordt er besloten dat de ploeg zal aansturen op een massasprint. Opdracht voor mij: sparen, efficiënt rijden, eindsprint winnen. Zelden heb ik zulke goede benen gehad en het feit dat vijf sterke ploeggenoten zich voor mij wegcijferden gaf een geweldige boost. Helaas bleek geen van de andere ploegen geïnteresseerd in een massasprint en als enige ploeg was de koers te zwaar om te dragen. Pelotonsprint gewonnen, een goede 5e plek maar niet datgene waarvoor gewerkt was.


Mijn revanche kwam twee dagen later in de Grote Ronde van 's Gravendeel (ja, er is ook nog een kleine, De Nacht van...). Koning(s/inne)-dag, prachtig weer, veel publiek langs de hekken, goed startveld, aardige premiepot en 100 kilometer koers. Wat wil een renner nog meer? Een plekje in de kopgroep stond op mijn verlanglijstje, maar het duurde tot een ronde of 8 voor het einde eer ik de sprong naar een uiteenvallende kopgroep kon maken. Even leek het erop dat we met zijn vijven weg konden blijven, maar bij het luiden van de bel voor de laatste ronde was inmiddels het halve peloton weer aangesloten. Mijn goede vriend Wouter demarreerde en ik sprong direct op zijn wiel. We keken even om, even naar elkaar en wisten dat het goed zat. Kop over kop om in de laatste ronde het peloton voor te blijven maar gelukkig mochten we het met zijn tweeën uitmaken. De eerste winst in een Elite-criterium is een feit. Eindelijk!