dinsdag 16 november 2010

NK baanwielrennen Amateurs

Zondag 14 november. Ik word wakker in een huisje ergens op de hoge veluwe tussen de guitige langoren. Een voor mij onbekend bed, maar dat heeft geen invloed gehad op mijn nachtrust. Die was prima. Ik strompel mijn bed uit, douw mijn hoofd onder de kraan en trek wat kleren aan. Met een nog half slaapdronken hoofd wandel ik naar het huisje naast de onze, waar de vroege vogels van WTOS al aan het ontbijt zitten. Mijn lichaam heeft behoefte aan calorieën want ik weet dat het een lange dag gaat worden. Ik prop 8 bammetjes voorzien van een dikke laag pasta, kaas of pindakaas naar binnen en maak er nog wat klaar voor later op de dag. Nog een bakkie koffie om alles weg te spoelen en ik zie er weer een stuk leefbaarder uit.

Om 11 uur vertrekken we (duurspecialist Rene, verzorger Tim en sprintlul ikke) met een volgestouwde auto richting Apeldoorn, waar we het Omnisportcentrum hopen te vinden. En een half uur later hebben we het ook gevonden. Waar ik hoopte direct om te kunnen kleden en te starten met de warming-up, werden we door een vrouwtje tegengehouden. We mochten niet naar ‘beneden’ voordat de op dat moment gaande zijnde training (nationale selectie) was afgerond. Beetje jammer van de voorbereiding. Ondertussen komen we ook mijn “helper” Hylke tegen, die vandaag een rustdag benut om mij te voorzien van tips, tactieken en rust tussen de onderdelen door.

Wanneer we eindelijk naar beneden mogen is het een kwestie van snel omkleden en de baan op om de benen warm te rijden en de baan te “verkennen”. Hij ligt er toch weer net wat anders bij dan de wielerbanen die ik nu gewend (groot woord: ik ben pas 4 weken serieus op het overdekte hout te vinden) ben (Amsterdam & Alkmaar). Gelukkig kan ik me snel aanpassen en voelt het al snel weer vertrouwd.


Kwart over een in de middag. Het toernooi om de nationale titels bij de Amateurs (georganiseerd door AR&TV de Adelaar) gaat van start met het sprint-onderdeel 200 meter met vliegend vertrek. Ik mag als derde persoon (van de 5 deelnemers aan het sprint-omnium) aanvangen. Direct hoog de baan in en met 2 rondes op het bord begin ik al goed tempo te maken. Vlak voor het horen van de bel ga ik vol aan en laat me naar beneden vallen, de bocht in. Ik kom wel op gang, maar kan hem niet lekker doortrekken. Bij het passeren van de finish-lijn voel ik dat er meer in had gezeten. Tijd: 11.79, tweede plaats achter een superieure Floris Klunder (11.44). Wel een PR, want mijn snelste tijd tot nu toe was 12.1.

De baan af, de rollen op om uit te rijden, rollen af om te rusten en weer de rollen op om in te rijden. Na de voorronde puntenkoers (duur-omnium), mogen de sprinters weer de baan in voor hun 500 meter tijdrit met staand vertrek. Ik start weer als 3e. Hylke, die ook mijn fiets voorzien heeft van een tijdritstuurtje, houd me vast bij de start en zegt me dat ik er alles uit moet gooien.
Een niet zo vlekkeloze start (ik trok mijn fiets nogal scheef) laat ik opvolgen door een super versnelling in de eerste 200 meter van de rit. Bij het horen van de bel ga ik er nog eens goed voor zitten en probeer nogmaals door te versnellen. De laatste halve ronde gaat voor mijn gevoel het tempo alweer omlaag en hoe hard ik ook probeer, ik krijg hem niet meer op gang. Met zwarte vlekken voor mijn ogen finish ik zelfs op de verkeerde streep (de finishstreep van de 500 meter ligt 20 meter voor die van de 200 meter).
De tijd die ik hoor (36.13) stemt me niet echt tevreden. Hylke begeleid me enthousiast van de baan af, waar ik toch even moet gaan liggen om te herstellen. Dan hoor ik van hem mijn werkelijke eindtijd: 35.13. Had ik het fout gehoord (een tijdrithelm geeft maar beperkt geluid door). Spontaan voel ik de vermoeidheid niet meer. Zeker als mijn directe concurrent langzamer blijkt dan mij. Ik doe weer mee voor de eindoverwinning!

Rollen op, rollen af, rollen op, rollen af en door naar het volgende onderdeel: de keirin. Ik loot de eerste plek achter de derny. Daar kan ik wel mee leven. Voor mij ook weer een compleet nieuw onderdeel en dus laat ik het maar gewoon over me heen komen. Achter de derny voel ik me prima en het is wachten tot hij de baan uit gaat.
Ik blijf mijn tegenstanders in de gaten houden en op het moment dat er een aanval komt van Floris probeer ik volle bak aan te zetten. Ik kan hem opvangen en dwing hem een buitenbocht te rijden. Hij laat zich weer terug zakken in mijn wiel en op dat moment denk ik hem in mijn zak te hebben en trek dus vol door.
Dit bleek een grote tactische fout. Met Floris in mijn wiel ga ik volle bak de laatste ronde in. Helaas bleek hij met zijn ervaring nog genoeg over te hebben om in de laatste bocht mij te passeren. Mijn tankje was leeg en ik kon hem nu niet meer opvangen. Een tactische blunder bezorgde mij dus een tweede plaats.

Om het toernooi nu nog te kunnen winnen moet ik de sprint winnen waarbij Floris hooguit derde wordt. Kleine kans dus, aangezien de andere sprinters in het toernooi duidelijk een klasse minder zijn en niet echt een bedreiging vormen. Uiteraard moet ik mezelf nog eerst plaatsen voor de sprint finale. Op basis van de gereden tijden bij de 200 meter, moet ik tegen de nummer 5 van dat onderdeel: Harry Ruiterkamp. Ik weet hem vrij eenvoudig te verslaan en ga door naar de finale.

In die finale wordt er met drie man tegelijk gereden. Er zijn drie ritten, wie de minste punten haalt wint het sprinttoernooi. De eerste rit ga ik van kop af aan.
Weer laat ik me door Floris verleiden om, na een eerste aanval afgeslagen te hebben, volle bak door te rijden en verlies de rit met een wiellengte verschil. De tweede rit laat ik de kans liggen om Floris klem te zetten tegen de boarding. We vliegen samen de laatste ronde in en ik pareer zijn eerste aanval. Nu laat ik wel het tempo iets terugzakken en zo kan ik in de laatste bocht weer een aanval opvangen en de rit naar me toe trekken met minimaal verschil.
De laatste rit verloopt weer compleet anders. Er wordt veel gekeken en afgewacht. De nummer drie, Patrick Nas, besluit bij het ingaan van de laatste ronde dat het genoeg is geweest. Floris duikt achter hem aan en ik probeer ernaast te komen. Schouder aan schouder vliegen we het rechte eind op. Helaas kan ik een halve ronde voor het einde niet op tijd de deur dicht doen voor Floris en hij gebruikt het kleine gaatje precies op tijd om eruit te komen en de rit naar zich toe te trekken. Op het sprinttoernooi word ik dus 2e, net als in de eindrangschikking.

Met deze uitslag kan ik wel leven. Over mijn gereden tijden, zeker de 500 meter, kan ik alleen maar tevreden zijn. Ik verloor het toernooi op gebrek aan ervaring. Vooral bij de tactische spelletjes met de keirin en sprint was dit wel duidelijk. Het was wel fantastisch om te doen, zeker met al het aanwezig publiek (ongeveer 500 man!). Ik ben nu wel een hele mooie zilveren medaille, een bos bloemen en een schat aan ervaring rijker. Helaas weer geen rood-wit-blauwe trui.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten