Dat de vorm begint te komen kon ik goed merken in trainingskoersen. Het mag dan nog wel voor spek en bonen zijn, maar ik hoefde een keer niet te wachten op de eindsprint om een verschil te maken. Vol goede moed begon ik dus aan een periode met veel wedstrijden. Een periode die in het teken stond van het behalen van punten om zo een uitnodiging voor het NK af te dwingen.
Vorig jaar was dit mijn eerste Elite-klassieker en eentje om snel te vergeten: ik werd gelost en kon na 50 kilometer koers de douche opzoeken. Maar dat was vorig jaar. Nu was ik fysiek sterker, mentaal scherper en had bovendien al meerdere klassiekers in de benen. Zo zat ik dus goed mee in de eerste groep, samen met een paar ploegmaats toen alsnog het noodlot toesloeg. Ik reed mijn voorwiel aan gort en moest vanwege het in stukken geslagen peloton lang wachten op een nieuw wiel. Ik kon tussen de auto’s en lossende renners weer terugkeren in de derde groep. Dit was jammer genoeg het maximaal haalbare, want de andere groepen waren langzaamaan uit het zicht verdwenen. Met deze groep pikten we renners op, losten we er nog een aantal en mochten we na de grote en één kleine omloop afsprinten. Plek 54, maar met zeer goede benen en dus een goede opsteker voor mijn laatste kans op plaatsing voor het NK: het districtskampioenschap in Hardinxveld-Giessendam.
Voor het seizoen had ik het DK al dik onderstreept. Na mijn tweede plaats van vorig jaar wilde ik nu wel een treetje hoger komen. Met een podiumplek zou bovendien ook plaatsing voor het NK zeker zijn. Helaas (of eigen schuld) stond ik bij de start achteraan en moest dus toezien hoe het peloton binnen 100 meter al in vier stukken was gebroken. Waar vorig jaar vooral de regen en temperatuur vervelend waren, deed nu de wind een aardige duit in het zakje. Op de lange rechte stukken stond de wind telkens schuin (van voren danwel van achteren) en op de smalle wegen pasten er zo dus maar 15 man in een dubbele waaier. Meeliftend op achterwielen van jongens die uit alle macht naar voren probeerden te rijden kon ik aansluiten in de tweede groep, die zich daarna ook weer bij de eerste groep voegde. Gelijk opgeschoven zodat ik bij de eerste 20 kwam te zitten. Dit hield nog wel in dat ik op het kantje reed, maar de benen gehoorzaamden nog en zolang anderen geen gaatjes lieten vallen kon ik zo prima bijblijven.
Langzaamaan werd de rest van het veld op achterstand gezet en dunde de kopgroep nog uit tot 17 man. Het duurde tot de voorlaatste ronde voordat er een serieuze aanval kwam. Mannen die niet op een sprint wilden wachten kozen het hazenpad en ik kon en wilde niet direct reageren. Eerst gingen er twee, toen nog twee en bij het derde tweetal besloot ik de achtervolging in te zetten.
Als zesde over de meet, maar met 4 belofte-renners voor me mocht ik wederom een zilveren medaille in ontvangst nemen. Helaas dus geen verbetering van 2011, maar wel weer een startplek op het NK verdiend. Het NK is pas 17 juni, dus nu nog zien deze vorm vast te houden en te verbeteren.
Foto's met dank aan: Cok van Herk, Fotografie Karin & Jan van Arckel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten