donderdag 16 september 2010

De wind van voren

Go! Ik heb pas luttele seconden mijn tweede schoen ingeklikt en vertrek met een bijna rollende start. Ach, maakt ook niet heel veel uit. Om die tiende seconde zal het toch niet hangen. Stom, natuurlijk moet ik niet zo denken. Focus, snel.

You're not planning on achieving,
Anything that you believe in,

Ik geef een paar flinke rammen op de pedalen en binnen korte tijd heb ik een zeer aangename snelheid te pakken. Twee tandjes erbij. 52-16, tegen de wind in, al is die hier niet erg voelbaar door de aanwezige bomen en struiken. Flauwe bocht naar rechts. De wind komt nu flauw van links. Langs de A13, langzaamrijdend verkeer. Gelukkig is de parallelweg zo goed als leeg. File kan ik nu niet gebruiken.

Scherpe bocht naar rechts. Een pad dat midden door de polder loopt strekt zich eindeloos voor me uit. Ik doe alsof ik met twee trappen het einde moet halen. Het zou bijna kunnen, er blaast nu een stevige wind in mijn rug. Als u links kijkt, ziet u gras. Terwijl als u naar rechts zou kijken, u ook alleen maar gras ziet. Gras laat de wind ongemoeid en ik maak er gebruik van. Terwijl ik opschakel kijk ik naar mijn kilometer-teller. 50, 51, 52.

You're so alone here, so alone here

Nu het einde van het pad in zicht komt merk ik dat ik een domme fout heb begaan. In het plan dat ik vooraf met mezelf had besproken stond dat ik het stuk wind mee niet voluit zou rijden om wat kracht te sparen voor het stuk wind tegen. Het branderige gevoel in mijn benen zegt me dat ik niet heb ingehouden. Voor de bocht naar rechts alvast maar terugschakelen en zorgen dat ik het stuk met wind van rechts niet te hard rijd.

Hangend tegen de wind kan ik op souplesse een mooie snelheid vinden zonder mezelf zwaar te belasten. Ik ben bang voor wat er komen gaat. De bocht naar rechts is niet meer dan een stuk platgetrapt gras. Het nemen van de officiële bocht duurt te lang, afsnijden is toegestaan. Als een volleerd veldrijder schiet ik door het smalle gootje en knal het fietspad op.

You're not getting, you're not seeing,
Why is everybody leaving

Gelijk nog maar een tandje terug, voorbereiden op de klap die komen gaat. Eerst nog wat struikgewas aan mijn rechterzijde, die de wind een beetje breekt. Daarmee is het snel gedaan en ik krijg hem vol in het gezicht. Ik sta voor mijn gevoel geparkeerd. Beetje bij beetje voel ik de snelheid zakken. Angstig kijk ik op mijn teller. 35, 34, 33.

Gelukkig is nu de finishstreep in zicht. Helaas mag ik nog niet stoppen, er moeten 4 ronden worden afgelegd. Ik kijk op mijn klokje. Rond de 11 minuten: ik ben te snel gestart. Bij het passeren van de finishstreep ontdoe ik me van mijn tweede bidon. Zoveel dorst heb ik toch niet. De aanmoedigingen van de klokkers helpen me over het dooie punt heen. Tandje erbij, even staan en de snelheid gaat weer wat omhoog.

What went wrong
Waaa ooohh oohh ohh waa Ooh
Waaa ooohh oohh ohh waa Ooh

Dit ga ik geen 4 ronden volhouden. Ik moet nu echt gas terugnemen. Ik besluit een tandje kleiner te rijden dan in de eerste ronde. Het werkt wonderbaarlijk. De benen lijken wat te ontspannen en de hartslag zakt iets. Het idee dat je jezelf onder controle hebt geeft een goed gevoel. Ook als ik rechtsaf draai de polder in en weer de wind in de rug krijg blijft het lichaam rustig.

Ik besluit wat te experimenteren. Elke 10 seconden een tandje zwaarder. Benieuwd hoe het lichaam erop reageert. In eerste instantie zakt mijn beentempo, maar die kan ik rustig aan zonder extra moeite weer omhoog halen. Zo loopt mijn snelheid gestaag omhoog. Het plannetje houdt op bij 52-13. Een tandje zwaarder voelt net niet lekker. Prima.

Ik kijk achterom. Alleen Luuc moest nog na mij starten. Niemand. Bochtje naar rechts en weer hangen in de wind. Vlak voor het stuk tegenwind kijk ik weer op mijn tellertje. Hartslag is een heel eind gezakt. Die buffer kan ik goed gebruiken nu de wind wat lijkt aangezweld. Gelijk maar een paar tandjes terug en proberen een constante snelheid te rijden.

Bij het passeren van de finishlijn ontvang ik weer de aanmoedigingen van het 3 man sterke publiek. Het doet me nu niet zoveel. Ik ben gefocust op mijn trapbeweging. Duwen, trekken, duwen, trekken. Langs de A13 heb ik nu alle moeite om gaten in het wegdek te ontwijken. Het breekt mijn ritme iets. Gelukkig volgt al snel het stuk wind mee.

You know it's nobody's fault but your own
What went wrong

Ik kijk schuin naar achteren en zie nu wel Luuc snel dichterbij komen. Hij ruikt bloed. Ik weet dat hij me zeker niet voor het laatste rechte stuk gaat inhalen. Toch wil ik wat reserve houden. Ik rijd graag met een mikpunt. Zenuwachtig kijk ik achterom voordat ik het smalle paadje weer op schiet. Nog 10 meter. Hij passeert me wanneer de wind vol in ons gezicht blaast. Ik maak me klein en probeer nog wat voordeel te halen uit het zog dat hij creëert.

Ik probeer zijn tempo te volgen. Het gat is 15 meter als we de finish passeren voor de laatste ronde. De benen voelen prima. Bovendien lijkt het alsof Luuc zich steeds moeilijker beweegt. Mijn moraal gaat omhoog. Ik ben op dit moment sterker dan Luuc. Toch wil ik hem niet passeren. Het is nog een goede 5 kilometer, met weer die straffe wind tegen op het laatste stuk. Ik kan me beter gedeisd houden.

Go on and hide for yourself cause you know,
You know you're far from fine and now you'll go

Wind mee loopt Luuc langzaam van me weg. Zijn tijdritfiets, smalle lichaam en de wind vormen een gelukkig huwelijk. Op het stuk zijwind rijd ik langzaam naar hem toe. Als we het fietspad opdraaien voor de finale schakel ik maar één keer terug. Ik moet en zal alles eruit persen. Wanneer ik dichter bij Luuc kom voel ik weer het voordeel van het door hem gemaakte zog. Ik versnel nog meer, ik wil hem doen laten stilstaan. Een tik uitdelen.

Nu ben ik weer op mezelf aangewezen. De wind waait uit een andere hoek. Spreekwoordelijk dan. De wind lijkt harder te gaan waaien. Of ben ik nu zoveel harder gaan rijden? Mijn teller bevestigd het laatste, al is het niet veel. De hartslag schiet omhoog, nu ver boven het omslagpunt. Het melkzuur giert door mijn benen. Ik zoek naar struikjes, boompjes, paaltjes. Alles wat maar een beetje wind tegen houdt is mijn vriend. Een verkeersbord. 400 meter tot de volgende afslag naar rechts, die moet ik hebben. Bij de afslag staat de naam van een begraafplaats. Ik zou er zo terecht kunnen.

We saw you change over time and it shows,
It shows you're far from fine and now you know

Het fietspad af, de weg op. Nog 100 meter aanzetten. Zwarte vlekken voor mijn ogen ontnemen mij het zicht op de finish. Terwijl ik uitgeput over mijn stuur hang en nog een stukje door rol kom ik weer een beetje bij bewustzijn. Ik leef nog.

2 opmerkingen:

  1. aaaah tis net een spannend boek, dat je na 3 alinea's al de laatste alinea wilt lezen, omdat je wilt weten hoe het afloopt!

    BeantwoordenVerwijderen